Dit beroemde gerecht, oorspronkelijk uit India, hebben de Japanners helemaal aan hun eigen smaak aangepast – en daar kunnen we alleen maar blij om zijn!
Deze culinaire specialiteit is in Japan razend populair; ze wordt er zelfs gezien als een nationaal gerecht, ‘kare raisu’ genoemd. Stap eender welk Aziatisch restaurant binnen en Japanse curry prijkt er altijd op de kaart.
Wat is Japanse curry?
Japanse curry is een hartig stoofgerecht met vlees, groenten en rijst. Er bestaan talloze variaties: met kip, rundvlees, varkensvlees, vis…
In het basisrecept gaan vooral uien, wortelen en aardappelen, maar je kunt gerust andere groenten, een ander soort vlees of een ander type rijst kiezen; juist dat maakt het gerecht zo veelzijdig! In dat opzicht doet het denken aan de Vietnamese kipcurry
Alle ingrediënten garen in een dikke, aromatische currysaus, meestal gemaakt met curryouroux, bouillon, fijngesneden groenten en specerijen. Soms krijg je er extra toppings bij, zoals hardgekookte eieren, aardappelkroketten, kaas of zelfs fruit. Je maakt het thuis makkelijk klaar en het is bovendien een heerlijk gerecht om samen van te genieten.
Oorsprong van de Japanse curry
Japanse curry is ontstaan aan het eind van de 19e eeuw, toen het gerecht via de Britse kolonisatoren in Japan terechtkwam, in een periode waarin India onder het bestuur stond van de British East India Company. Destijds werd curry gezien als iets vreemd en exotisch.
Gaandeweg pasten de Japanners de curry aan hun eigen keuken aan door lokale ingrediënten te gebruiken en het recept volledig naar hun hand te zetten… letterlijk! Zo gaat er in Japan vaak geraspte appel door de saus voor een zachte, fruitige toets.
Japanse curry, of ‘kare raisu’, letterlijk ‘rijst met curry’, werd al snel razend populair en vond ook buiten Japan gretig aftrek.
Smaak van Japanse curry
Japanse curry smaakt anders dan Indiase of Thaise curry. Hij is vaak minder pittig en wat dikker, met een zachte, lichtzoete ondertoon.
Alles hangt natuurlijk af van de ingrediënten die je gebruikt. De basis van uien, wortelen en aardappelen is van zichzelf mild. Specerijen als kurkuma, koriander en kaneel geven het gerecht een subtiele kick en een extra vleug umami-smaak.
Wil je meer pit, kies dan simpelweg ingrediënten met een sterkere smaak. De smaak van Japanse curry verschilt trouwens per regio en per familie, waardoor er talloze subtiele varianten bestaan.
Japanse curry en Indiase curry, wat is het verschil?
Japanse en Indiase curry verschillen van elkaar in ingrediënten, smaak en textuur. Japanse curry bestaat doorgaans uit uien, wortelen, aardappelen, soms tomaten, een curryouroux en kip of rundvlees, waardoor hij veel milder is dan de meeste andere curry’s.
In Indiase curry gaan juist veel meer specerijen, zoals komijn, paprikapoeder, koriander, gember en chilipeper, plus groenten als aubergine of spinazie en vooral peulvruchten. Het resultaat is een rijke smeltkroes van complexe en krachtige smaken.
Ook het vlees in Indiase curry heeft meestal een uitgesproken smaak; vaak wordt er aromatisch vlees zoals lamsvlees gebruikt. Een ander verschil is de textuur: dankzij de curryouroux is de saus van Japanse curry veel dikker, terwijl Indiase curry meestal wat vloeibaarder blijft.
Hoe maak je Japanse curry?
Voor Japanse curry heb je een grote pan nodig, bijvoorbeeld een wok. Verhit hierin op middelhoog tot hoog vuur wat olie, fruit de ui, voeg het vlees toe en bak het goudbruin. Roerbak de wortelen en aardappelen nog 2 tot 3 minuten voordat je de Japanse curryouroux toevoegt (gemaakt met Japanse currypoeder)
Schenk er water bij en voeg bouillonblokjes, sojasaus en suiker (of geraspte appel!) toe. Roer goed door, breng aan de kook, zet het vuur lager en laat het geheel ongeveer twintig minuten sudderen.
Controleer of de groenten zacht zijn en de saus niet aanzet. Proef en breng indien nodig op smaak. Traditioneel wordt Japanse curry geserveerd met witte rijst, maar hij past ook prima bij noedels (vooral soba of udon, die de saus goed opnemen!). Een koolsalade of wat tempura geeft een knapperige tegenhanger. Maak het geheel nog rijker met Japanse korokke-kroketten
Hoe bewaar je Japanse curry?
Bewaar Japanse curry op een koele, droge plek, uit de buurt van direct zonlicht. Schep de curry in een luchtdichte bak en zet hem in de koelkast; zo blijft hij enkele dagen goed.
Heb je veel Japanse curry gekookt, dan kun je de rest invriezen. Laat de curry voor gebruik langzaam ontdooien in de koelkast, bij voorkeur een dag van tevoren, en verwarm hem daarna rustig op.
Culinaire bronnen
Voor dit recept liet ik mij oorspronkelijk inspireren door het geweldige recept van de Engelstalige blog Just One Cookbook
Authentieke Japanse curry
Ingrediënten
- 700 g ontbeende kipdijfilets Je kunt ook rundvlees, varkensvlees, zeevruchten, tofu, paddenstoelen of extra groenten gebruiken
- 1 snufje zout
- 1 snufje zwarte peper
- 2 wortels
- 2 uien
- 3 aardappelen
- 1 theelepel geraspte gember
- 2 teentjes knoflook
- 0.5 appel
- 1.5 eetlepel neutrale bakolie
Voor de curry
- 1 liter kippenbouillon
- 1 eetlepel honing
- 1 eetlepel lichte sojasaus
- 1 cherrytomaat geplet
- 0.5 theelepel suiker
- 0.5 theelepel rijstazijn
- 230 g Japanse curryroux
Voor het serveren
- 8 porties gekookte sushirijst
- fukujinzuke Japanse rode pickles
Instructies
Ingrediënten voorbereiden
- Snijd de uien in kwarten. Wil je dat ze straks in de saus verdwijnen, snipper of schaaf ze dan extra dun.2 uien
- Schil de wortels en snijd ze in grove diagonale stukken (rangiri). Zo ontstaat meer oppervlak, nemen ze beter smaak op en garen ze sneller.2 wortels
- Schil de aardappelen, snijd ze in kwarten en leg ze 15 minuten in koud water om overtollig zetmeel weg te spoelen.3 aardappelen
- Rasp de gember; je hebt 1 theelepel nodig, inclusief het sap. Hak de knoflook fijn en zet beide apart.1 theelepel geraspte gember
- Snijd de appel in parten, verwijder het klokhuis en schil de stukken.0.5 appel
- Rasp de appel fijn.0.5 appel
- Snijd de kip in hapklare stukjes, bij voorkeur schuin (sogigiri) zodat elk stukje plat is en sneller gaart. Kruid met zout en peper.700 g ontbeende kipdijfilets
De curry koken
- Verhit de olie in een ruime pan op middelhoog vuur en voeg de ui toe.
- Bak de ui in circa 5 minuten glazig en zacht; roer slechts af en toe zodat hij mooi kan karamelliseren. Goed gebakken ui is de basis van de diepe smaak, sla deze stap dus niet over.
- Voeg de knoflook en gember toe en bak nog 30 seconden mee.
- Voeg de kip toe en bak al roerend tot de buitenkant niet meer roze is. Wordt de ui te donker, verlaag dan kort het vuur.
- Schenk de kippenbouillon erbij (eventueel deels vervangen door water).
- Roer de geraspte appel, honing, sojasaus, suiker, tomaat en azijn erdoor.
- Doe de wortel en aardappel erbij. De bouillon hoeft de ingrediënten slechts net te bedekken; uit vlees en groenten komt straks nog vocht vrij.
- Leg het deksel erop en laat 15 minuten zachtjes pruttelen; roer af en toe om. Staat alles volledig onder, laat dan zonder deksel sudderen.
- Schep tijdens het koken met een schuimspaan het schuim en overtollig vet af.
- Kook door tot een houten prikker moeiteloos door wortel en aardappel glijdt.
Curryroux toevoegen
- Zet het vuur uit. Schep wat kookvocht in een soeplepel, laat daarin 1–2 blokjes roux langzaam oplossen en roer terug in de pan. Herhaal tot alle roux is verwerkt.
- Zet het vuur weer aan en laat de curry zonder deksel 5–10 minuten zachtjes pruttelen tot hij mooi indikt; roer vaak. Is de saus te dik, verdun dan met een scheutje water. Schraap bij het roeren goed over de bodem om aanbranden te voorkomen.
- Gebruik je zelfgemaakte, ongezouten curryroux, proef dan en breng indien nodig op smaak met extra zout. De exacte hoeveelheid hangt af van de bouillon en andere smaakmakers, proef dus altijd even.
Serveren
- Serveer de curry met dampende sushirijst en, naar smaak, wat fukujinzuke.
Bewaren
- Bewaar restjes in een luchtdichte glazen doos (zo voorkom je vlekken) tot 3 dagen in de koelkast of 1 maand in de vriezer. Aardappelen worden korrelig na invriezen, haal ze er daarom vooraf uit. Warm de curry op met 60–120 ml water om de saus weer mooi soepel te maken.