Wat is taro?
Taro is een ondergrondse groente die afkomstig is van een vaste plant, wetenschappelijk bekend als Colocasia esculenta. De wortel is eigenlijk geen echte wortel, maar een kormus of knol – een opgezwollen ondergrondse stengel omgeven door schubben.
Deze cilindrische of bolvormige kormus heeft een bruine, harige schil en vormt grote groene bladeren, hart- of pijlvormig. Beide plantendelen zijn, hoewel giftig, eetbaar mits ze goed gaar worden gekookt.
Er zijn twee belangrijkste tarosoorten: Eddo (of Eddoe) en Dachine (of Dasheen).
De Eddo-variant heeft kleine kormussen (150 tot 300 gram) met wit, droog vruchtvlees en een aardse, lichtzure smaak.
De Dachine-variant heeft grote kormussen (1 tot 2 kilo) met zacht wit vruchtvlees, dooraderd met paars, en een zoete, hazelnootachtige smaak.
In Zuid-Amerika vind je bovendien de Malanga-taro, die op de eerste soort lijkt maar een langere kormus heeft, een nootachtige smaak en een krokanter vruchtvlees dat wit, geel, roze of paars kan zijn.
Oorsprong van taro
Taro is vermoedelijk afkomstig uit Zuidoost-Azië. Het zou een van de oudste gecultiveerde voedselgewassen ter wereld zijn: op de Salomonseilanden zijn resten van 28 000 tot 20 000 jaar oud gevonden op stenen werktuigen. Tegenwoordig wordt taro verbouwd in tropische delen van Azië, Afrika, Oceanië en het Caraïbisch gebied.
Op Hawaï wordt deze groente gezien als de heilige voorouder van de bewoners, omdat hij meer dan 500 jaar geleden het leven redde van Polynesiërs die naar het eiland trokken en daar maar weinig eetbare gewassen aantroffen.
Hoe wordt taro geteeld?
Voor de teelt van taro kun je zaaien, maar meestal gebruik je de uitlopers die uit de kormus ontspruiten. In de praktijk haal je de jonge scheuten weg die rond een centrale kormus groeien en plant je die opnieuw. Zij ontwikkelen zich tot nieuwe taroplanten, die op hun beurt weer uitlopers vormen.
Taro gedijt het best in natte gebieden, maar kan met irrigatie ook in drogere streken worden geteeld.
Bedenk wel dat taro uit droge gebieden zelden de kwaliteit haalt van taro uit natte regio’s. In droogte groeit hij langzamer en is het vruchtvlees droger, terwijl taro uit een vochtig milieu een zachtere, kleverige textuur heeft.
Hoe taro veilig voorbereiden en bereiden?
Ter herinnering: rauwe taroknollen zijn giftig. Ze bevatten calciumoxalaat, dat bij aanraking huidirritatie veroorzaakt en bij consumptie een branderig gevoel, pijn en zwelling in mond en keel. Wees dus voorzichtig tijdens de voorbereiding.
Draag bij het schillen bij voorkeur handschoenen. Spoel de gesneden stukken vervolgens in koud water om al het vuil te verwijderen. Daarna kun je ze naar wens bereiden.
Taroknollen kunnen op veel manieren worden bereid: koken, stomen, sudderen, frituren, grillen, enz.
Let op: deze wortelgroente heeft flink wat tijd nodig om helemaal gaar en zacht te worden. Koken of stomen duurt bijvoorbeeld 20 tot 30 minuten. Ook tarobladeren moeten 45 minuten worden gekookt; ververs het kookwater halverwege.
Taro in de Aziatische keuken
In Azië wordt taro in talloze heerlijke gerechten verwerkt.
De populairste bereiding is tarosoep: de kormussen worden in plakken of blokjes gesneden en samen met vlees en groenten gekookt. De recepten variëren per land. In de Vietnamese keuken vind je bijvoorbeeld tarosoep met garnalen en tarosoep met waterspinazie en eend.
In de Japanse keuken wordt taro gestoofd met paddenstoelen en misopasta. In de Koreaanse keuken wordt de tarosoep toran guk bereid met rundvlees en gedroogde vis.
Stoven is ook populair. In India wordt taro gestoofd in curry. In Japan bestaat het bekende satoimo no nimono, taro gestoofd in een bouillon van dashi, sake, sojasaus, mirin en een beetje suiker.
In de Kantonese en Chinese keuken wordt gestoomde taro tot puree geplet, vergelijkbaar met aardappelpuree. Die eet men als bijgerecht of gebruikt men als basis voor andere hartige of zoete gerechten. Zo wordt de puree gemengd met gekruid gehakt voor de krokante tarokroket (wuhgok of taro dumpling puff), of met kleefrijstmeel tot gefrituurde tarocake, geserveerd met varkensvlees, paddenstoelen en worst.
Tot slot kan de zoete taropasta dienen als vulling voor maancakes, gestoomde broodjes of Banh cam. Je kunt er ook kleine parels van maken die in gezoet water worden gekookt voor een verfrissend zomerdessert. En ben je fan van Bubble tea, probeer dan zeker de Bubble tea met taro!
Waar taro kopen?
In toko’s is taro meestal verkrijgbaar als hele knol of in stukken. Controleer bij aankoop het vruchtvlees: ziet u bruine aders, dan kan de taro bedorven zijn.
Welke soort taro je kiest, hangt af van het gerecht. Voor zoete bereidingen is Dachine ideaal vanwege de uitgesproken smaak. Voor chips of andere recepten die een drogere textuur vragen, zijn Eddo of Malanga geschikter. Voor soepen of stoofschotels kun je elke variant gebruiken, afhankelijk van de gewenste textuur en smaak.
Hoe taro bewaren?
Bewaar hele taroknollen op een koele, droge plek. Leg ze niet in de koelkast, want vocht maakt ze snel zacht en bederfelijk. Geschild of gesneden taro kun je wel in een luchtdichte doos in de koelkast bewaren.
Gebruik deze binnen 3 tot 4 dagen na het bereiden.