Meng bloem en zout in een kom.

Voeg het water in kleine beetjes toe terwijl je roert met een eetstokje.

Kneed tot een ruig deeg, druk het samen en vorm een bal.

Kneed het deeg 2–3 minuten op het werkblad.

Leg het deeg terug in de kom, dek af en laat 15 minuten rusten.

Kneed opnieuw 1–2 minuten.

Leg het deeg op het werkblad, druk het plat tot een ruwe lap en vouw dubbel.

Druk weer plat en vouw opnieuw; herhaal tot je 6 keer hebt gevouwen.

Leg het deeg na de laatste vouw terug in de kom, dek af en laat nog 15 minuten rusten.

Herhaal: kneed 1–2 minuten, druk plat, vouw 6–7 keer en laat opnieuw 15 minuten rusten.

Bestuif het werkblad met bloem en rol het deeg uit tot een lap van ± 0,5 cm dik.

Snijd met een liniaal repen van ± 0,5 cm breed zodat rechthoekige ‘stokjes’ ontstaan.

Trek de deegrepen tijdens het snijden voorzichtig los zodat ze niet plakken.

Bestuif de gesneden noedels meteen licht met bloem.

Kook de noedels in porties: laat ze voorzichtig in ruim kokend water glijden.

Roer voorzichtig met eetstokjes zodat ze niet aan elkaar plakken.

Zodra het water opnieuw kookt, giet je een kop koud water erbij (zoals bij wontons).

Breng het water nogmaals aan de kook, schep de noedels eruit en laat uitlekken.

Schep de noedels in een kom en meng ze met de olie.

Doe alle ingrediënten in een klein steelpannetje.

Verwarm op laag vuur tot de suiker volledig is opgelost en dek dan af.

Laat 15 minuten zachtjes pruttelen, of tot er grote bellen verschijnen en de saus stroperig wordt.

Plet de knoflooktenen en verwijder de schil.

Maal de knoflook in een vijzel tot een pasta.

Meng met het koude water.

Doe het chilipoeder in een hittebestendige kom.

Verhit de olie tot er lichte rookpluimpjes verschijnen (± 190 °C).

Giet de hete olie over het chilipoeder en roer goed.

Voeg de Lao Gan Ma toe en roer door.