Spoel de rijst 2–3 keer zachtjes onder koud water – wees voorzichtig, we willen niet al het zetmeel wegwassen.
90 g jasmijnrijst
Meng de rijst vervolgens 20 minuten met de olie en het zout. Deze korte ‘marinade’ maakt de buitenste laag van de korrels alvast los zodat ze straks sneller romig worden.
1 theelepel neutrale olie, 0.5 theelepel zout
Blancheer de varkensribbetjes 3 minuten in kokend water en spoel ze daarna schoon.
2 varkensribben
Breng het water in een grote pan aan de kook. Voeg de varkensribbetjes, de gemarineerde rijst en de helft van de honderdjarige eieren toe.
2.5 l water, 2 honderdjarige eieren
Laat alles opnieuw koken en draai het vuur dan terug tot een levendige sudder. De rijst moet in de pan kunnen rollen; wanneer de korrels tegen de wand botsen valt het vliesje open en geeft de rijst zijn zetmeel af.
Zet het deksel half op de pan en laat 1 uur zachtjes koken. Roer om de 10 minuten zodat de rijst niet aan de bodem blijft plakken.
Haal de pan van het vuur. Schep de ribben en het gekookte honderdjarig ei eruit. Pluk het vlees van het bot en snijd het ei in kleine blokjes; beide gaan daarna terug in de congee. Het vlees hoort nu boterzacht te zijn.
Breng de congee op smaak met het resterende zout, het bouillonpoeder en de witte peper. Roer goed door.
Schep de congee in kommen. Snijd het tweede honderdjarig ei in acht partjes, schik ze in een cirkel op elke portie en werk af met wat lente-ui.
lente-ui
Notities
Klop de congee vlak voor het serveren gerust even op; zo wordt hij prachtig egaal en romig. Is hij toch wat dik? Roer er dan een scheutje heet water door – verdunnen is altijd makkelijker dan indikken. Bij congee geldt: wees liever te zuinig dan te royaal met vocht.